Hak de garnalen en 2 bosuien fijn in een keukenmachine of in een gehaktmolen. Ik gebruik gehaktmolen en maal dan ook mijn eigen varkensgehakt, maar dat is absoluut geen must. 

Breng het gehakt op smaak met zout, kruiden, ketjap, gember en knoflook. Meng het goed totdat het geheel samenhangend en gelijkmatig is.

Vorm 12 gelijke gehaktballen (ik plet ze een beetje), het gaat makkelijker als je je handen een beetje met water bevochtigt. Bak de ballen mooi bruin aan in de olie. Blus ze af met het bouillon, voeg de vissaus en gembersiroop toe en laat het geheel op een zacht vuur onder de deksel 10 minuten pruttelen. Voeg daarna, al roerende, een papje van maizena en water (een eetlepel water is al voldoende) en voeg de tauge en de laatste bosui, dun gesneden toe. Nu is ook het moment om de smaak van de saus eventueel te corrigeren: een beetje extra vissaus als het flauw is of een beetje ketjap manis.Een minuut of 2 laten zachtjes koken en vat het vuur halen. Bestrooien met sesamzaadjes, een paar druppels sesamolie toevoegen en heet serveren.