De kip in lange repen snijden. De marinade bereiden: knoflook en gember schillen en fijn maken, mengen met de citroensap en rasp, 2 eetlepels olie en 2 eetlepels ketjap manis. De kip zo'n half uur laten marineren. 

In de tussentijd de pindasaus bereiden: fijn gehakte sjalot aanbraden in 1 eetlepel olie, op het laatst koriander en komijnzaadjes toevoegen. Pindakaas, 2 eetlepels ketjap manis en een scheut melk toevoegen en goed roeren. Terwijl het opwarmt, langzaam de rest van de melk toevoegen en heel zachtjes aan de kook brengen. Verder niet koken! Eventueel wat hete peper toevoegen, naar smaak.

De gemarineerde kiprepen op satestokjes rijgen en bakken op hete grilplaat. Ze zijn heel snel gaar, niet laten uitdrogen.

Opdienen overgoten met de pindasaus, eventueel besprenkeld met pepervlokken en verse gehakte korianderblaadjes.