Een Franse klassieker uit de Bourgogne. Voor dit gerecht heb je verse eieren nodig. Serveer met een fles Givry.
Bereidingswijze
Smelt de boter in een diepe pan. Voeg de sjalotjes en knoflook toe en laat dit zachtjes zweten. Voeg een beetje meer boter aan de pan toe en roer er de bloem door. Voeg de bouillon langzaam toe en blijf met een garde steeds goed roeren. Doe hetzelfde met de wijn. Voeg de tijm, laurierblad en zout en peper toe. Laat de saus op een middel-hoog vuur 20 minuten koken, maar roer af en toe. Bak ondertussen de spekreepjes in een koekenpan zonder vet en laat ze op keukenpapier uitlekken.Breng een grote pan water aan de kook. Rooster het brood, snij de korsten eraf en snij elke snee dwars doormidden. Verdeel de toast over twee ondiepe borden. Voeg een druppeltje azijn aan de pan met water toe en verlaag het vuur. Pocheer de eieren een voor een. Breek elk ei in een kopje, roer in de pan heet water en laat het eitje langzaam in de pan glijden. Pocheer elk ei 2-3 minuten. Haal ze uit de pan, laat ze goed uitlekken en leg ze op de toast. Verdeel het spek over de eieren. Haal de tijm en het laurierblad uit de saus en verdeel die over de eieren.