In de zomer bak ik veel minder desserts dan in de winter. Tijdens de warmste maanden van het jaar geef ik de voorkeur aan vers fruit (een schaaltje frambozen met een lepeltje crème fraîche) of aardbeien gemarineerd in balsamicoazijn en geserveerd met een schepje vanille-ijs. Als ik wel iets zoets bak, dan is het meestal een clafoutis. Dit Franse dessert wordt traditioneel met kersen gemaakt, maar ik heb het met allerlei seizoensfruit geprobeerd. Hier met mooie, rijpe aardbeien.
Tips:
*In mijn aardbeienclafoutis gebruik ik een vanillepeultje. Koop altijd vanillepeulen die lekker dik, buigzaam en niet hard zijn. Sommige exemplaren zijn zo dun en uitgedroogd dat je ze nauwelijks kan gebruiken. Snij het peultje doormidden en schraap de zaadjes eruit met behulp van een mesje of een klein lepeltje.
*De clafoutis zakt in tijdens het afkoelen.
Ingrediënten
Voor 6 personen
500 g kleine, rijpe aardbeien (schoongemaakt)
200 ml slagroom
100 ml melk
1 vanillepeultje, door midden gesneden en zaadjes eruit geschraapt
4 eieren
70 g fijne tafelsuiker
80 g bloem
1 el kirsch
Recept
Oven op 180°C voorverwarmen en een quichevorm van 25 cm lichtjes met boter invetten.
Doe de aardbeien in de vorm met de puntjes naar boven. Kluts de room, melk en vanille zaadjes. In een andere kom, klop de eieren met de suiker, bloem en kirsch.
Voeg dit mengsel aan het room-mengsel toe en nogmaals goed kloppen. Giet het beslag voorzichtig over de aardbeien en bak de clafoutis in 35-40 minuten.
Serveer lauw-warm met een bolletje vanille-ijs of zet de clafoutis op tafel met een bus poedersuiker en een potje crème fraîche zodat iedereen zichzelf kan bedienen.