Arancini
Een arancino is een straatsnack. De ballen heten zo omdat de vorm en kleur doet denken aan een sinaasappel (arancia). Doorgaans zijn ze nog wat groter dan het formaat dat je krijgt met dit recept. De onderstaande hoeveelheid is voldoende voor twaalf balletjes. Als aperitiefhapje of amuse geef je er eentje op een satéprikkertjes en als voorgerechtje serveer je er twee. Overgebleven arancini kun je prima invriezen.

Ingrediënten
Voor 6 personen

voor de risotto
15 g roomboter
1/2 ui, gesnipperd
1/2 teen knoflook, fijngesneden of geperst
40 ml rode wijn
125 g arboriorijst (een andere geschikte rijst voor risotto kan ook)
1 volle el passata
1/2 groentebouillonblokje
25 g parmigiano reggiano of grana padano
voor het maken van de balletjes
25 g rookkaas (zonder randjes) of scarmorza affumicata, in kleine blokjes of geraspt
1 ei
30 g bloem
40 g paneermeel of tot paneermeel verkruimelde beschuiten
Langer dan 2 uur

Recept

De risotto maken

Los het bouillonblokje op in vierhonderd milliliter warm water. Fruit de ui glazig in de boter. Voeg de rijst toe en roer een minuutje op laag vuur door. Giet de wijn erbij en roer weer een minuutje om. 

Voeg nu de passata toe en begin met toevoegen van een klein beetje bouillon. Blijf steeds roeren en blijf steeds kleine beetjes bouillon toevoegen. In principe zou je na ongeveer een half uurtje een lege waterkan en gare risotto moeten hebben, maar begin al iets eerder met proeven. Misschien heb je niet genoeg bouillon, in dat geval nog een beetje water toevoegen. 

Roer er als laatste de kaas door en zet de pan minstens enkele uren weg, zodat de risotto kan opstijven en je er balletjes van kan vormen.

De balletjes maken

Zet een bord klaar met de bloem en een bord met het paneermeel. Kluts het ei in een kom. 

Vorm twaalf hoopjes van de risotto. Druk elk hoopje tot een plat balletje (ter grootte van een bitterbal). Druk er met je duim een kuiltje in en doe er wat kaas in. Vouw de rijst eromheen, zodat het een 'echt' balletje is en de kaas in het midden zit. 

Rol de balletjes eerst door de bloem, daarna door het ei en als laatste door het paneermeel. Zorg dat de balletjes goed met paneermeel zijn bedekt en er geen ei meer doorheen ‘schijnt’. 

Verwarm de frituurolie. Ik gebruik een klein frituurmandje dat je op het vuur zet, maar een echte frituurpan of grote wok kan natuurlijk ook. Laat de olie goed heet worden en test de temperatuur met een stukje brood. Als het brood direct flink gaat bruisen, is je olie goed. Zorg dat de olie dan op temperatuur blijft en niet te heet wordt (gaat walmen). 

Frituur de arancini in drie porties mooi bruin. Laat ze op keukenpapier uitlekken. Doe dit op een groot bord of bakplaat, zodat de balletjes elkaar niet kunnen platdrukken. 

Je kunt de arancini, als ze afgekoeld zijn, invriezen of bewaren in de koelkast. Laat de arancini, als ze uit de vriezer komen, eerst ontdooien. Verwarm ze in een hete oven en rijg er twee op een prikker.
toegevoegd door annemieke