Smelt de helft van de roomboter in een pan, doe de schoongemaakte en drooggedepte levertjes erbij. Bak ze op hoog vuur met een deksel erop, na 3-4 minuten keren. Ze horen een knapperig, gekarameliseerd korstje te krijgen en gaar maar absoluut niet droog van binnen te zijn. Haal ze uit de pan en was de pan niet af, de lekkere sappen die overblijven zijn erg smaakvol.

De sjalotjes schillen en in stukjes snijden, dit hoeft niet heel mooi, uiteindelijk worden ze gepureerd. In hetzelfde pannetje waar de levertjes gebakken werden, de resterende boter toevoegen en de sjalotjes met tijmblaadjes in fruiten. Afblussen met de port en zachtjes laten inkoken tot er geen alcoholgeur meer waar te nemen is.

Doe de sjalotjes met port, de levertjes, tijm, nootmouskaat en een scheut room (zo'n 50 ml) in een foodprocessor en maal het helemaal fijn en glad. Op smaak brengen met zout en peper en een paar uur in de koelkast laten opstijven. De pate is echter lekkerder nadat het een nacht in de koelkast heeft gestaan. Serveren zoals u het gewend bent - op brood, op cracker, al dan niet met wat groente.